afhankelijke zin 1.0
(taal en taalkunde)
zin die zinsdeel of zinsdeelstuk is binnen een zin
Algemene voorbeelden
Een zin die zinsdeel of zinsdeelstuk is binnen een zin, wordt afhankelijke zin genoemd. Een voorbeeld is de lijdendvoorwerpszin [...]: Geert zei me gisteren dat de student het werkstuk ingeleverd had. Men kan ook zeggen dat [...] de dat-zin ingebed is in de 'hogere' zin Geert zei me gisteren [...]. Een zin die niet van een andere zin afhangt, niet in een andere zin ingebed is, noemt men een zelfstandige zin.